De vierde laag heeft als thema onvoldoende afscherming. Alles komt te sterk binnen, er is een overgevoeligheid voor de buitenwereld, er komt teveel op je af. Je loopt met de ellende van anderen rond. Je energie is vervuild. Er is verlies van eigen identiteit. Je hoofd is vol.

Het middel die deze laag bewerkt is Vernix Caseosa.

De oerstof van dit middel is het huidsmeer van een aantal pasgeborenen. Het huidsmeer beschermt de baby tegen talloze invloeden. Enige zijn vocht, vruchtwater en bacteriën. Het hoopt zich vooral op in de huidplooien en de exacte functie is nog niet bekend. Onder alle zoogdieren komt dit fenomeen alleen bij de mens voor.

Zoals gezegd is de essentie van dit middel onvoldoende bescherming tegen een diversiteit aan invloeden. We moeten dan denken aan zowel mentale emotionele bescherming als fysieke bescherming. Op het mentale emotionele niveau is te zien dat er geen duidelijk onderscheid gemaakt kan worden tussen wat van mij is en van de ander. Dit proces zorgt voor een vertroebeling van de eigen identiteit en daardoor veel onzekerheid, heel veel nadenken of zorgen maken en zichzelf niet meer herkennen. Daarnaast beoordelen mensen zich alszijnde hypergevoelig.
De fysieke klachten die hiermee gepaard gaan is een enorme vermoeidheid, hoofdpijnen, slapeloosheid en veel stresklachten.

Als dit middel wordt ingezet kan men verwachten dat men zich beter voelt afgeschermd tegen de buitenwereld. De gevoeligheid voor de buitenwereld neemt af en er ontstaat veel meer rust.

Het is niet de bedoeling geweest om een zuiver beeld te schetsen van de reikwijdte van het middel, alleen op basis van essentie.

BIJLAGEN